RPM staat voor "Recursief Proces Management". Recursief betekent: zichzelf herhalend. Het wordt ook wel het 'Droste effect' genoemd. Zelfherhaling bij RPM is te herkennen in de overeenkomsten tussen het reguliere gebruik van de methode door de jaren heen, en de invoering van de methode in een aanloopperiode. In beide gevallen zijn dialoog en flexibiliteit een centraal gegeven. De aanpak van het verandertraject is dus in lijn met de gewenste uitkomst.
Recursie bij RPM is ook de eigenschap dat het concept bij toepassing in de top (directie, MT, RvB, CvB) de toepassing in de rest van de organisatie versterkt of zelfs veroorzaakt. Dat effect ontstaat omdat de werkwijze op alle niveaus gelijk is. Iets dergelijks zie je bijvoorbeeld bij projectmanagement: deelprojecten 'erven' hun projectmanagementmethode van het overkoepelend project. Hiërarchische organisatiestructuren zijn ook recursief: de lagere niveaus nemen vaak de cultuur en de werkwijze over van de hogere lagen.
Het voordeel van recursie in organisatieconcepten is dat het wiel niet telkens uitgevonden hoeft te worden. Het vergemakkelijkt invoertrajecten, versterkt verbindingen en onderling begrip, maakt complexe organisaties eenvoudiger te doorzien en het waarborgt continuïteit. Recursie is dus een praktische hefboom voor organisatieverandering.